Even wat anders

De berichtgeving is de laatste dagen vrij éénzijdig geweest. Daarom nu weer even tijd voor voetbalzaken en even niets over virussen etc. Er is veel te doen over de maatregel van de KNVB om geen standen meer bij te houden voor de jongste jeugd. Op dit moment geldt dat voor de O8, O9 en O10 groep maar als het aan de KNVB ligt straks tot 12 jaar. Bijgaand artikel hierover kregen wij binnen in onze mailbox. Zo blijven we toch een beetje in “voetbalstemming”. Leest u even mee?

 

Elke keer als een spelertje van Zeeburgia, leeftijdscategorie onder 11 jaar, was aangenomen bij een profclub, gingen alle jongens van het team in een kring staan. Dan volgde applaus. Marciano Vink, trainer van dat team van drie jaar geleden: ‘Op een gegeven moment waren tien jongens aangenomen. Slechts eentje niet. Mijn hart brak. Je zag de pijn bij dat ene jongetje.’

Dat ene jongetje mocht alsnog op stage bij Volendam. Lukte niet. Nog één kans resteerde: Almere City. ‘Hij vlamde.’ Vink, oud-prof van onder meer Ajax en PSV: ‘Zijn moeder wilde dat ik meeging naar het eindgesprek. Uiteindelijk werd hij aangenomen. Ik heb nooit zo hard gejuicht.’ Alle 11-jarigen van de Amsterdamse amateurclub Zeeburgia O11-1 gingen naar een betaalde club. Ajax, AZ, Feyenoord, FC Utrecht, Volendam, Almere City. De regio Amsterdam, als lopende band van talent.

Of anders is daar Volendam, als kleine lopende band. Wim Jonk zou eerst alleen de filosofie van Johan Cruijff van dominant aanvalsvoetbal uitrollen bij de jeugd, maar hij is nu ook hoofdtrainer. ‘Hier zit ontzettend veel talent, maar er zou nog meer moeten uitkomen. Dat heeft met training te maken’, zegt Jonk. ‘In de manier van opleiden is nog veel winst te behalen.’ Het eerste elftal staat na een matige start vierde, meestal met vijf, zes spelers uit het dorp of omstreken. ‘Ik hoor om me heen dat supporters zich weer identificeren met het elftal. Leuk voetbal, met lef en acties. Dat past bij het imago van Noord-Holland.’

Marciano Vink is geen trainer meer bij Zeeburgia. Hij wil zaterdags naar zijn zoon kijken, in de O14 van Ajax. Hij lacht, als hij hoort over het besluit van de KNVB om geen standen meer bij te houden bij jonge kinderen. ‘Vroeger gingen ouders bellen met andere kantines, vaak op verzoek van hun kinderen. Daarna vonden ze een app uit. Dat was makkelijk. Alles werd bijgehouden.

‘Nu is er weer een tegenstroming. Kinderen mogen geen teleurstellingen ondergaan. Iedereen is kampioen of niemand is kampioen. Gevolg is dat trainers straks weer gaan bellen met kantines. Net als vijftien jaar geleden.’

Topsport is hard. Dat de één een oproep krijgt en de ander niet, hoort bij het leven, bij de hevige concurrentie in Noord-Holland. Aan de andere kant van dat keiharde selectieproces staat de ultieme vrijheid, met vleugjes vrijblijvendheid om het jonge kind te laten ontplooien zonder druk. De KNVB wil geen standen meer, het liefst voor spelers tot 12 jaar. Wat de beste methode is?  

Vink: ‘Ik weet alleen dat alle kinderen een droom hebben. Tegenwoordig: deejay, vlogger of profvoetballer.’ 

Andries Jonker, trainer van Telstar: ‘De essentie van sport, en van het leven, is winnen en verliezen. In de sport kunnen kinderen dat leren, op een zachte, vriendelijke manier. Ongelooflijk wat de KNVB nu weer doet.